Op Brainport Industries Campus vond afgelopen week de derde editie van de Drone Challenge plaats. De wedstrijd daagt studenten uit om in vijf maanden een werkende transportdrone te maken.
Zes ingenieuze drones pronken voor de deur van de Avans Hogeschool vestiging op Brainport Industries Campus (BIC). Dat kan maar één ding betekenen: de finale van de Drone Challenge. Vijf maanden lang werkten studenten van Avans, Fontys Hogescholen en Summa College aan hun transportdrone. De zes verschillende teams presenteren tijdens de finale hun drone en voeren tests uit. Het apparaat moet niet alleen kunnen vliegen, maar het moet ook voorzien zijn van een gripper om verschillende objecten mee te kunnen nemen. Op basis van de technische specificaties en de uitgevoerde tetst, kiest de vakjury één winnaar.
De derde editie werd gewonnen door team 6 van Avans Hogeschool, bestaande uit studenten Roel Janssen, Tom van de Pas, Seger Sars en Niels Stunnebrink. De vakjury over het winnende team: “Dit team heeft op alle onderdelen van de challenge hoog gescoord. Niet altijd het beste, maar ze hebben een gelijkmatige, hoge performance laten zien. Dit gaf de uiteindelijke doorslag.”
Creativiteit en sfeer
Wat de winnaars krijgen? Een grote bokaal, een bak ervaring, studiepunten en… de eer. De studenten motiveren elkaar om het beste uit zichzelf en de ander te halen”, ziet Robert Wit, organisator van de Drone Challenge. Dat is ook voelbaar tijdens de finale. De studenten jutten elkaar op, enthousiasmeren elkaar en plagen een beetje, bijvoorbeeld door de objecten die de drones moeten oppakken extra glad te maken. Dat is precies de bedoeling van de challenge, zegt Fontys docent Marjolein Daanen die de projectteams begeleid. “De concurrentie tussen de teams zorgt voor extra creativiteit en een gezellig sfeer”, zegt ze. Een belangrijk aspect aan de wedstrijd is de combinatie van studenten van verschillende scholen. “Daarmee willen we de kennis en de praktische ervaring van hbo en mbo studenten samenbrengen. De studenten bedenken een plan en voeren het ook uit, de combinatie is belangrijk”, vult Wit aan.
Materialen en grippers
Voor buitenstaanders lijken alle drones op elkaar, maar voor experts zijn er grote verschillen zichtbaar. Een ander materiaal in het frame heeft bijvoorbeeld veel invloed op het gewicht van de drone. Een zwaardere drone heeft ook weer een zwaardere motor nodig om te kunnen vliegen.
De grippers die onder de drones hangen verschillen wel sterk van vorm. Sommige teams hebben gekozen voor een gripper zoals in een grijpautomaat op de kermis, terwijl anderen kozen voor een gripper zoals de schep van een graafmachine. Twee teams ontwikkelden siliconen grippers die door middel van lucht kan bewegen en een product vastpakken. Ook kozen sommige teams voor een kooiconstructie waar het object via de onderkant of de zijkant in geschoven kan worden. Eén team had de meest spectaculaire gripper. Zij kozen voor een mini-lasser waarmee zij het object vast konden pakken, inclusief vonken.
Bedrijven op BIC
Naast de samenwerking met andere studenten, leren de deelnemers ook samenwerken met bedrijven. BIC is daarvoor een ideale locatie, verschillende bedrijven in de community hebben de studenten geholpen bij de ontwikkeling en de productie van de drone. Zo heeft K3D, gespecialiseerd in het 3D printen van metaal, de objecten geprint die de drones moesten oppakken. “Die samenwerking met verschillende bedrijven maakt de Drone Challenge echt uniek”, stelt Daanen. Voor haar is niet alleen het technische, maar ook het sociale aspect van de wedstrijd belangrijk. “De studenten leren ook veel over communiceren en ze ontwikkelingen vaardigheden op het gebied van presenteren. Dat vind ik heel belangrijke aspecten”, stelt Daanen.
Leren staat centraal
Voor veel teams was het een weg van vallen en opstaan. Onderdelen die niet lekker pasten, een crash flinke crash of een verkeerde software-instelling, het hoort er allemaal bij. “Als alles goed gaat, dan leer je er niks van”, stelt Daanen. De studenten geven dan ook toe de nachten voor de finale maar weinig uren slaap te hebben gehad.
En het resultaat mag er zijn. Het publiek van de finale – bestaande uit medestudenten, betrokken docenten, medewerkers van bedrijven op BIC en een aantal andere geïnteresseerden – wordt naar een hal begeleid. Daar staat een ingewikkeld parcours klaar dat de studenten met de zelfgebouwde drones moeten afleggen. De proef begint met het oppakken van het object en dit naar een eindbestemming brengen. Daarna moet de drone door een ‘bos’ vliegen (een veld met paaltjes) om vervolgens via een brug door een hoger gelegen hoepel te vliegen. Uiteindelijk moet de piloot de drone landen op een pilaar aan het einde van de route. Verschillende teams volbrachten de proef, maar sommigen hadden minder geluk. Zo ging de drone van één team de avond voor de finale bij de laatste tests kapot. Zij konden helemaal niet vliegen. “Ook dat hoort bij de wedstrijd”, besluit een docent. Een ding is in ieder geval zeker: de studenten hebben veel geleerd en bovendien veel plezier gehad in het ontwikkelproces van de drones.