Loading
/000%

— 18 maart 2024

Bedrijven spelen steeds belangrijkere rol in het onderwijs: ‘Kennis moet actueel zijn’

Drones vullen de voorraad aan, zelfrijdende robots verzamelen orders en VR-brillen voorzien werknemers van een duidelijke bouwtekening. Studenten en bedrijven werken op Brainport Industries Campus samen aan de fabriek van de toekomst.

Voor studenten van Avans Hogeschool is werken met de meest vooruitstrevende bedrijven dagelijkse kost. De hogeschool huurt een ruimte op Brainport Industries Campus (BIC) waar studenten van twee minoren – een programma van een half jaar aanvullende op de gekozen opleiding – lessen volgen. Wie de ruimte binnenstapt, voelt het enthousiasme. De twee hoofddocenten Doede Okkema en Martèn Driesser vertellen honderduit. Om hen heen liggen zelfgemaakte drones en andere bouwwerken. In het leslokaal is zelfs een mini-fabriek gebouwd waar studenten simulatiesoftware op los kunnen laten. Het eindproduct van de Avans-fabriek? Ouderwetste skelters.

Les uit de praktijk
Een van de minoren van Avans heet Factory of the Future – de naam slaat de spijker op z’n kop – en kijkt naar het optimaliseren van fabrieken. De andere minor is helemaal gericht op Data Science. “We werken hiervoor nauw samen met de bedrijven op BIC. De studenten krijgen les van bedrijven in verschillende projecten en workshops. Als docenten zijn wij vooral een mentor en ondersteunen we de studenten met begeleiding als dat nodig is”, vertelt Doede Okkema, docent technische bedrijfskunde bij Avans Hogeschool.

Het feit dat bedrijven het grootste gedeelte van de lesstof verzorgen, is vrij uniek. “Docenten in het hoger onderwijs hebben zelf vaak ook in het bedrijfsleven gewerkt, of ze doen dat nog steeds. Maar het is voor studenten extra leerzaam als bedrijven de workshops en projecten verzorgen met hun eigen systemen en vraagstukken uit de praktijk”, zegt Martèn Driesser, docent werktuigbouwkunde bij Avans Hogeschool. De minoren richten zich op nieuwe en snel ontwikkelende technologieën, dan is het volgens de docenten ontzettend belangrijk dat de lesstof goed aansluit op de praktijk. “Anders hebben zowel de studenten als de bedrijven er niks aan”, zegt Okkema.

Makkelijke ontmoetingen
Een locatie als BIC zorgt er volgens de docenten voor dat studenten en bedrijven elkaar makkelijk ontmoeten. Okkema: “In de minor Factory of the Future werken studenten in kleine, multidisciplinaire teams aan een opdracht bij een van de bedrijven op de campus. Het is hun taak om een antwoord te vinden op een hulpvraag vanuit het bedrijf. Die vraag is voor iedere groep uniek. Zo wil het ene bedrijf digitaliseren om afscheid te kunnen nemen van de papieren administratie, terwijl een ander bedrijf al stappen verder is en kijkt naar de inzet van drones of robots.”

In de minor komen studenten van verschillende opleidingen – werktuigbouwkunde, technische bedrijfskunde, mechatronica, informatica en elektrotechniek – bij elkaar. “Door deze studenten samen te laten werken aan een opdracht, komen ze tot nieuwe ideeën. Ze kijken naar het grotere plaatje en bedenken oplossingen die ze in hun eentje niet hadden bedacht”, vervolgt hij. Iedere week overleggen de studenten met het bedrijf om de voortgang te bespreken.

Talent spotten
Voor studenten zitten er verschillende voordelen aan deze vorm van onderwijs, maar ook voor bedrijven kan het interessant zijn. Okkema: “Bedrijven denken vaak dat een samenwerking met het onderwijs bestaat uit een stage en een afstudeerproject van een student. Maar er zijn nog veel meer mogelijkheden, bijvoorbeeld met andere lang- of kortlopende projecten of workshops. Dat is een mooie manier om studenten te leren kennen en contacten te leggen met eventuele toekomstige medewerkers.” Daarnaast hebben we de bedrijven ook echt iets aan de producten die studenten tijdens de minor ontwikkelen. Driesser: “Een groep heeft bijvoorbeeld een app ontwikkeld om te kijken hoe lang gereedschap nog bruikbaar is. Dit voorkomt dat het gereedschap onverwacht kapot gaat en een deel van de fabriek stilvalt. Dit is uiteindelijk echt geïmplementeerd bij KMWE, het betrokken bedrijf.”

Ook in de minor Data Science ontwikkelen studenten praktische producten voor bedrijven. “Heel veel bedrijven hebben verschillende machines die data genereren, maar hier wordt vervolgens vaak niks mee gedaan. Door de data inzichtelijk te maken in een dashboard, kunnen bedrijven betere, datagedreven beslissingen nemen. Een volgende stap is het inzetten van machine learning om voorspellingen te doen of beslissingen te automatiseren”, legt Okkema uit.

Persoonlijke ontwikkeling
Driesser is blij dat de minor studenten en bedrijven samenbrengt. “Veel studenten hebben aan het begin van hun opleiding het idee om bij grote spelers als ASML te gaan werken. Tijdens de minor komen sommige studenten erachter dat een kleiner bedrijf – met meer persoonlijk contact en inspraak – beter bij hen past. Het is ontzettend belangrijk dat studenten ook dit soort ervaringen op kunnen doen tijdens hun opleiding.”